‘Puisque tout Passe’ rijgt onder leiding van René Nieuwint diverse componisten aan elkaar

Haarlems dagblad, maart 2016


Klassiek

‘Puisque tout Passe’ o.l.v. René Nieuwint met ‘Het is alle een kwestie van ruimte’, op zaterdag 2 en zondag 3 april in de Nieuwe Kerk in Haarlem. Aanvang 20.30 uur resp. 15.30 uur.


 

Haarlem • ‘Net even anders…’ dat is het motto van vocaal ensemble ‘Puisque tout Passe’. Steeds kiest het Haarlemse amateurgezelschap voor bijzonder repertoire of een originele invalshoek. Zo voerde het Kurt Weills opera ‘Der Jasager’ op het waagde het zich aan ‘De Aarde’ van Jan Boerman. Komend weekeinde staat er opnieuw een bijzonder project op stapel. Dan rijgt het koor stukken van Daan Manneke, Henryk Górecki, Arvo Pärt, Alfred Schnittke en Guillaume de Machaut aaneen tot een nieuw geheel met een ruimtelijke dimensie. Zo’n programma is er niet opeens, vertelt dirigent René Nieuwint. “Het groeit in de loop van de tijd, alsof het zich langzaam uitkristalliseert” Nieuwint had zijn zinnen gezet op een groot werk van Daan Manneke, ‘Mi-fa’. Dat bleek door de kostbare bezetting niet realiseerbaar. Maar in ‘Topos’, een ander werk van Manneke, vond hij een waardig alternatief. Het eerste van de twee delen die het koor hieruit zingt, heet ‘L’enfance’ (de kindertijd). Nieuwint: “De muziek ontwikkelt zich uit bijna niets. Woorden worden geboren uit verkleurende klinkers. Het laatste deel is dan weer een rijk gevulde canon met een tienstemmig koor.” Grasduinend in zijn muziekkast naar stukken die bij Manneke pasten, stuitte Nieuwint op ander composities waarin met  minimale middelen grote klankruimtes worden ontdekt. Neem ‘Muntes ibant et flebant’ van Górecki. “Dat stuk is als een trein. Aan de buitenkant is het stil maar van binnen beweegt het.” Of luister naar ‘Stimmen der Natur’ van Schnittke. “Het ontstaat net als stukken van Górecki en Manneke uit één toon. Eigenlijk gaat het hier over de geboorte van de muziek. Fascinerend hoe deze componisten bij niets beginnen en erin slagen op de tast een nieuwe taal te scheppen.”

Vreemde eend

Tussen de twintigste -eeuwers duikt in het hart van het programma de middeleeuwer Machaut op. Een vreemde eend in de bijt? Helemaal niet. “Machaut is een oude liefde van mij. Je hoort zijn muziek bijna nooit live. En al helemaal niet in een context van nieuwe muziek, terwijl het daar juist zo goed past.” Manneke, Górecki en Schnittke maken gebruik van technieken die Machaut al toepaste. De stukken bleken zo mooi op elkaar aan te sluiten in sfeer en toon dat Nieuwint gaandeweg besloot ze aaneen te smeden tot één ononderbroken geheel. Met zeer korte improvisaties op zijn harmonium lijmt hij ze ter plekke aan elkaar. Dat vergt veel van het uithoudingsvermogen en de concentratie van de zangers. Ook in een ander opzicht maakt Nieuwint het zijn koor niet gemakkelijk. “Ik wil het koor rondom het publiek opstellen. De zangers bewegen ook, maar niet te veel. De muziek spreekt voor zichzelf. Er moet iets van mystiek overkomen”. Zo speelt ook de ruimte een belangrijke rol Het vinden van een geschikte concertlocatie was dan ook een hele zoektocht. Maar toen Nieuwint de Nieuwe Kerk in Haarlem binnenstapte was hij meteen verkocht. “Dit is de perfecte ruimte voor dit programma.”

Winand van de Kamp

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Nieuwe Kerk – Pieter Saenredam (1652)

 

 

 

Hier had ook uw advertentie kunnen staan (vanaf 30 euro).