Haarlems Dagblad, februari 2017


Klassiek

Vocaal Ensemble Puisque tout Passe met De Deur. M.m.v. mezzosopraan Machteld van de Putte. Gezien: 25 februari, Nieuwe Kerk Haarlem


Het Haarlemse gemengd koor Puisque tout passe doet zijn naam bepaald geen eer aan. ‘Omdat alles voorbij gaat’ betekent het. Het koor bestaat ruim drieëntwintig jaar en in die tijd heeft het een eigen plek veroverd in het rijke Haarlemse koorleven.

Het koor is niet bang voor programma’s buiten de gebaande paden. Het concert in de Nieuwe Kerk bewijst dat. Een uur onafgebroken a capellaliederen van hedendaagse componisten op voornamelijk Nederlandse gedichten. De titel van het programma, De deur, is ontleend aan een gedichtenbundel van Schierbeek uit 1972. Een open deur is de toegang tot een nieuwe ruimte. Gesloten is de deur een deel van de muur die je binnenwereld omsluit. Een deur is eigenlijk pas een deur als hij beweegt en binnen en buiten met elkaar verbindt, zoals een mens zich tot zichzelf verhoudt én zich openstelt voor anderen. Een filosofische betekenisgeving die uitnodigt tot contemplatie. Ron Ford (1959) zette zes gedichten van Schierbeek, waaronder De deur, op muziek. De Six Schierbeek Chorusses uit 1992 hebben een gelijkluidend muzikaal idioom. Kalm voortschrijdende compacte, vaak dissonante akkoorden met erboven – en soms eronder – een bescheiden solo door mezzosopraan Machteld van de Putte. Gezongen kreten zijn het, herhaalde uitroepen die Van de Putte met welluidende stem en mooie dictie trefzeker plaatst. Het koor zingt ritmische motieven in vervreemdende harmonieën. Helaas laat de dictie in het hele programma te wensen over. Ook bij het voordragen van enkele gedichten is de tekst moeilijk te verstaan. Jammer dat het programmaboekje niet meer dan een summiere samenvatting geeft.

Het is echter zonder meer knap wat het koor presteert. Fords muziek is technisch lastig en dat geldt ook voor de motetten van Vic Nees en het werk van Kurt Bikkemberg, tijdgenoten van Ford. Hun muziek is net zo terughoudend in emotie, net zo cerebraal beheerst. Ongemakkelijke intervallen, minder vertrouwde samenklanken, het maakt het lastig om te zingen maar Puisque tout passe krijgt het voor elkaar. Aubade van Theo Loevendie klinkt prachtig transparant. De mannenstemmen zetten mooi sonoor in. Het kloppen op de borst tijdens het zingen geeft een ongemakkelijk hortend effect. Een compliment ook voor de sopranen in The Walk van Kurt Bikkembergs. Wat een glaszuivere en glasheldere hoogte, schitterend. Loevendie is veruit de interessantste componist, daarnaast spreekt Bikkembergs’ levendige muziek het meest aan. De Afrekening van Gene Carl is net te hoog gegrepen voor het koor, al pakken de zangers de draad knap weer op.

Ynske Gunning